здоро́вье n gezóndheid как ва́ше здоро́вье ? — hoe is 't met uw gezóndheid?; бы́ло́ бы здоро́вье — als je maar gezónd bent [dan kun je álles aan]; (за) ва́ше/твоё́ здоро́вье ! ( — bij tóasten) proost!, op uw/je gezóndheid!, santé!; день здоро́вья ( — Su) spórtdag; для здоро́вья — voor de gezóndheid; на здоро́вье ! 1 (in reáctie op iem. die je bedankt) tot uw dienst!, graag gedáan!; ( — als reáctie op dánkbaarheid v. gásten) ik hoop dat het gesmaakt heeft; носи́ (те) на здоро́вье ( — bij áankoop v. kléding) veel plezier/succes ermee 2 (bij áanbieden v. éten en drínken) tast toe!, neem zovéel als je wilt!; е́шьте/ пе́йте / угоща́йтесь на здоро́вье — eet/drink/neem zovéel u wilt; пить/вы́пить́ за здоро́вье [2] — tóasten/drínken op (de gezóndheid van) iem.; он слаб́ здоро́вьем — hij heeft een zwak gestel; по состоя́нию́ здоро́вья — om redenen van gezóndheid